Op vakantie gaan is altijd een feestje. Van de voorbereidingen tot het echte vertrek, en van genieten op bestemming tot het inpakken voor de terugreis. Even ontspannen na alle drukke werkdagen, alleen of samen met familie. Maar hoe we op vakantie gaan, is in de loop der jaren flink veranderd. Laten we eens terugblikken en vergelijken: hoe ging men vroeger op vakantie en hoe doen we dat tegenwoordig?
De voorbereiding: van kaarten tot klik
De vakantie begint natuurlijk met de voorbereiding. De vakantie plannen, een locatie kiezen en alle spullen en benodigdheden op een rij zetten. Het grootste verschil in de voorbereiding is dat vroeger alles via papier ging en tegenwoordig alles digitaal gaat. Dus vroeger was het bijvoorbeeld kaarten uitvouwen om te kijken waar je heen wilde, nu gaat dat via Google Maps. Een reis boeken? Vroeger ging dat vaak via een reisbureau en tegenwoordig gaat dat vaker via een klik op een knop via een site. Als we hier vanuit een pedagogisch perspectief op gaan kijken, dan zien we dat er vroeger tijdens de voorbereiding meer actieve betrokkenheid was van kinderen bij het plannen en bij het kaarten lezen. Tegenwoordig gaat het boeken van een reis zoveel sneller en efficiënter, dat kinderen vaak niet meer actief betrokken worden in dit proces. Door kinderen minder te betrekken bij de voorbereiding van een reis, hebben ze minder kans om bijvoorbeeld bepaalde verantwoordelijke vaardigheden te leren.
Op bestemming: wifi of verwondering?
Na de voorbereiding komt al heel snel de echte vakantie. Na de (soms wel heel lange) reis, kom je eindelijk aan bij de eindbestemming! Superleuk, de vakantie kan nu echt van start. De bestemmingen waar mensen tegenwoordig verblijven is kieskeuriger. Wifi, airco en goede recensies zijn bijna vanzelfsprekend. Hoewel dat niet voor iedereen zo is, want er zijn ook zeker mensen die zich daar niet zo druk om maken. Wat ook een verschil is, is dat er vroeger minder contact met thuis was als je op vakantie was. Je was echt eventjes weg. Er werden wel kaartjes gestuurd of belletjes gemaakt vanuit een telefooncel. Nu, in 2025, is dat heel anders: met een tikje op het scherm heb je zo foto’s van je vakantie gedeeld met heel je familie. Het is dan ook te merken dat mensen tegenwoordig toch nog, zelfs als ze op vakantie zijn, digitaal verbonden blijven met de rest van de wereld. Als we hierop kijken met een pedagogische blik, dan zouden we kunnen zeggen dat ‘het digitaal blijven’ ook in de vakantie minder goed is voor kinderen, omdat ze (ouders en kinderen) minder ontspannen van de echte wereld en minder om zich heen kijken en ontdekken van de buitenwereld. Hierdoor leren ze minder dan vroeger (waar ze nog wel veel om zich heen keken en nieuwe dingen ontdekten).
Afscheid nemen en herinneringen maken
Na een hele leuke en gezellige vakantie te hebben gehad, is het dan weer tijd om naar huis te gaan. Terug naar de routine, met een koffer vol herinneringen. Dat afscheid nemen soms lastig is, zegt eigenlijk genoeg: de vakantie heeft indruk gemaakt. Of het nu vroeger was met fotoboekjes en plakboeken, of nu met online fotoalbums en Instagram-posts — vakantie-ervaringen blijven waardevol.
Conclusie
Hoewel vakanties vroeger en nu behoorlijk van elkaar verschillen, bieden beide manieren unieke kansen voor plezier, groei en herinneringen. Of je nu met een wegenkaart of Google Maps reist: vakantie blijft een mooie kans om samen te zijn en te leren. Geniet van jullie vakantie!