Wereldvluchtelingendag

Sinds de oorlog in Oekraïne is het probleem weer steeds vaker in het nieuws; vluchtelingen. Nederland is een van de vele Europese landen die vluchtelingen opneemt. Maar natuurlijk niet alleen Oekraïense vluchtelingen, over de hele wereld zijn er landen waar leven onveilig is. Niet alleen de volwassenen hebben daar last van, maar ook de kinderen. Hoe gaat Nederland eigenlijk om met vluchtelingkinderen? Zijn er organisaties die hen helpen?

Vluchtelingen zijn personen die in hun thuisland gegronde vrees hebben voor vervolging. Hun thuisland beschermt hen niet. Redenen voor vervolging zijn: godsdienst, politieke overtuiging, etniciteit, sociale groep, of de seksuele voorkeur van de vluchteling, aldus het Vluchtelingenverdrag uit 1951. Meer dan 150 landen hebben zich verbonden aan het verdrag. Dit verdrag bepaalt ook dat vluchtelingen niet mogen worden teruggestuurd naar een land waar zij worden vervolgd.

Er zijn grofweg twee typen gevluchte kinderen en jongeren:

  • Kinderen en jongeren die met een of beide ouders of andere familieleden zijn gevlucht. Of die zich in het kader van gezinshereniging bij hun ouder(s) voegen;
  • Kinderen en jongeren die zonder naaste familie gevlucht zijn: alleenstaande minderjarige asielzoekers (amv’s).

In Nederland wonen steeds meer kinderen die met of zonder hun ouders naar Nederland zijn gevlucht. In februari 2021 zaten 6.956 kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 t/m 17 jaar in de centrale opvang van het COA. Het aantal alleenstaande minderjarige vreemdelingen kende in 2015 een piek met 1751, waarna het aantal weer afnam. Deze kinderen hebben daar vaak geen eigen keuze in gehad. Veel kinderen komen uit oorlogsgebieden of zijn gedwongen om te vluchten. Hierdoor kunnen de meeste vluchtelingenkinderen en -gezinnen te maken hebben met de gevolgen van trauma.

Organisaties zoals bijvoorbeeld VluchtelingenWerk Nederland komen op voor de belangen van deze kinderen. Zij verzorgen projecten om kinderen zelfvertrouwen, de broodnodige ontspanning en ondersteuning te bieden tijdens de asielprocedure. Ook neemt VluchtelingenWerk actief deel binnen de Werkgroep Kind in Azc. Dit is de organisatie die zich sterk maakt voor kinderen in asielzoekerscentra. Met het Kinderrechtenverdrag als uitgangspunt zorgt de Werkgroep ervoor dat de situatie van kinderen in asielzoekerscentra wordt verbeterd. Verder organiseren zij de projecten: Time4You, voorlichtingen om ervoor te zorgen dat de kinderen sterker in hun schoenen komen te staan. Project Samenspel, een interactief lesprogramma over muziek gevold door een echt concert in een grote concerthal. En VluchtelingenWerk organiseert al meer dan dertig jaar vakantieweken voor vluchtelingkinderen én eenoudergezinnen.

Ook het Nederlands Jeugdinstituut (NJI) houdt zich bezig met de zorg voor vluchtelingen. Alle kinderen en jongeren in Nederland hebben recht op goede ondersteuning, onderwijs en een veilige omgeving om in op te groeien. Dat geldt ook voor gevluchte kinderen en jongeren, met of zonder verblijfsstatus en uit welk land ze ook vluchten. Een deel van hen heeft extra begeleiding nodig omdat ze traumatische gebeurtenissen hebben meegemaakt. Het NJI draagt hier zorg voor.

Professionals in de Jeugdgezondheidszorg beoordelen of extra ondersteuning, hulp of zorg nodig is en kunnen direct de juiste zorg of hulp erbij halen. Om eventuele risico’s vroegtijdig te signaleren werken ze hierbij onder andere samen met onderwijs, voorschoolse voorzieningen, wijkteams, huisartsen en jeugdhulp. Wanneer dat nodig is verwijzen zij door naar bijvoorbeeld de huisarts of jeugdhulp.

Er is dus duidelijk veel hulp voor vluchtelingen die naar Nederlands komen. Toch zijn er ook slechtere kanten, overvolle Azc’s, weinig privacy en sociaal contact. Ook zijn wachtlijsten voor dit soort hulpbronnen vaak lang. Dus hoewel Nederland al goed op weg is om een veilige, gezonde omgeving te creëren voor deze kinderen, is er ook nog veel te doen.