Wonderkinderen
Blog 9 (21-06-2021)
Toen de Belgische Laurent Simons in 2019 op 9-jarige leeftijd zijn Bachelordiploma haalde was daar veel verwondering over, maar ook werden er zorgen uitgesproken. Wat houdt hoogbegaafdheid precies in? En wat voor plek heeft dit in onze samenleving?
Hoogbegaafdheid wordt gedefinieerd als de prestatie van een wonderkind dat in alle gevallen hoogbegaafd is, die aan de bovenkant van de verdeling in een talent-domein ligt (Subotnik, 2012). Wonderkinderen worden vaak onbegrepen in de huidige maatschappij, zo wordt er gedacht dat zij geen ondersteuning nodig hebben en dat zij er vanzelf wel komen. Niets is echter minder waar. Zo blijkt uit Vialle et al. (2007) dat wonderkinderen veel problemen ondervinden. Zij voelen zich bijvoorbeeld somberder en minder begrepen dan leeftijdsgenoten en het blijkt dat er de afgelopen jaren een toename is in het percentage zelfmoorden in deze doelgroep (Cross, Cassady, & Miller, 2006). Met behulp van ondersteuning vanuit de maatschappij zou er begrip kunnen komen voor deze sombere gevoelens, Zuo & Cramond (2001) stellen daarom ook dat er speciaal onderwijs moet zijn voor hoogbegaafde kinderen. Op deze manier kunnen zij, zonder zich aan te hoeven passen, hun eigen identiteit ontwikkelen en toch ondersteuning krijgen. Dit zal leiden tot een betere positie van wonderkinderen in de samenleving.
Sinds augustus 2014 kunnen wonderkinderen in Nederland terecht bij passend onderwijs. Dit houdt in dat er binnen het reguliere basis- en middelbaar onderwijs speciale programma’s voor hen worden ontwikkeld. Ze volgen het basisaanbod aan onderwijs, maar met extra voorzieningen. Hierbij kan gedacht worden aan de plusklas op de basisschool en versneld vwo volgen op de middelbare school (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 2018a). Daarnaast is er speciaal onderwijs alleen voor hoogbegaafde kinderen. Hier is speciale aandacht voor de kinderen en zijn er leerkrachten aanwezig die gespecialiseerd zijn in onderwijs voor hoogbegaafden.
De wereld van wonderkinderen bestaat dus niet zonder obstakels. Niet alleen vinden ouders het vaak moeilijk om de horizontale identiteit (identiteit die niet gedeeld is tussen ouder en kind) van hun hoogbegaafde kind te accepteren, maar ook in de samenleving is het als hoogbegaafde moeilijk om een plek te vinden. Al met al zou het goed zijn voor wonderkinderen als er vanuit de overheid meer geld vrij zou komen, zodat zij meer ondersteuning kunnen krijgen. Passend onderwijs is nuttig, maar haalt niet het volledige potentieel naar boven, met name een uitbreiding in creatieve vakken en identiteitsontwikkeling zouden passend zijn. Daarnaast zou meer onderzoek naar welke onderwijsvorm het beste bij hoogbegaafde kinderen past ook bijdragen aan een meer begripvolle samenleving.