Op 21 maart 1960 opende de Zuid-Afrikaanse politie het vuur op een groep mensen die vochten tegen apartheid. Nu, 64 jaar, later is deze dag uitgeroepen als de Internationale Dag tegen Racisme en Discriminatie.
Om tegengeluid te geven aan de maatregelen die de zwarte Zuid-Afrikanen belemmerden, verzamelden er zo’n 20.000 mensen in het township Sharpeville om te demonstreren op die dag in maart 1960. Het optreden van de politie had grote gevolgen; er overleden 69 mensen en honderden raakten gewond.
Hoewel deze gebeurtenis lang geleden is, zijn racisme en discriminatie nog steeds veel voorkomend. Het is al langer bekend dat institutioneel racisme een groot probleem is. Uit onderzoek is gebleken dat deze vorm van racisme, die zo verweven is in de huidige maatschappij, invloed kan hebben op toegang tot goed onderwijs, de arbeidsmarkt, een gezonde woonomgeving en gezondheidszorg. Er komen steeds meer feiten naar voren die erop wijzen dat racisme en discriminatie kunnen leiden tot zowel geestelijke als fysieke gezondheidsklachten.
Umar Ikram deed onderzoek naar discriminatie en etnische gezondheidsverschillen in Nederland. Zijn onderzoek bewees dat etnische minderheden, als gevolg van discriminatie, meer last hebben van psychiatrische klachten, obesitas, hoge bloeddruk en hart- en vaatziektes. Als pedagogen in spe kunnen we natuurlijk wel stellen dat psychiatrische klachten als depressie en chronische stress grote gevolgen kunnen hebben voor het dagelijks leven.
Erkenning of oplossingen voor de problemen zijn er nog maar weinig. Vandaar dat een dag als deze heel belangrijk is om aandacht te vragen voor deze situatie, om zo met z’n allen samen te werken om het probleem te kunnen verhelpen.
Bronnen: